Dinantse koek - België

Deze Belgische koek wordt wel op één lijn gezet met de Duitse lebkuchen en peperkoek in het algemeen, maar bevat geen specerijen.


Dat is niet het enige verschil, het grote verschil met lebkuchen, gingerbead en taaitaai, de nederlandse peperkoek, is de hardheid van de couque, die extreem heet gebakken wordt. Volgens de overlevering zou de Couque de Dinant model hebben gestaan voor de Aachener printen, maar gezien het grote aantal verschillen met lebkuchen is dat allerminst waarschijnlijk. Oordeel zelf.


Het recept voor de couques zou zijn ontstaan vanuit een gebrek aan voedsel na de 'sac de Dinant' de belegering van het kleine stadje aan de Maas door Karel de Stoute in 1466. De voorrraden waren beperkt en bederfelijk, en door er een harde koek van te bakken, kon men een lang houdbare voedselvoorraad aan leggen.
Om die reden bakte men de couques bij een temperatuur van tegen de 300° aan, afhankelijk van de dikte van het deeg. terwijl de Duitse lebkuchen altijd bij 200° bereid wordt. Men gebruikte aanvankelijk de (bestaande) gietmallen van de kopergieters, later werden dat de rijk gesneden houten mallen die nog altijd gebruikt worden. De vormen bevatten aanvankelijk mythologische en religieuze voorstellingen, maar al gauw werden ook niet-religieuze thema's gebruikt, zoals bloemen en dieren en stadsgezichten. Daaronder vaak afbeeldingen van schepen, wat er op wijst dat de koeken ook onder de schippers op de Maas geliefd waren.


Door de hoge bak-temperatuur karamelliseert de honing, wat er voor zorgt dat de koeken snoei-hard worden. In Duitsland laat men de eveneens harde, maar lang niet zó harde lebkuchenbaksels in trommels met appelschillen of appelparten zachter worden alvorens ze te eten, met de Couque de Dinant gebeurt dat niet. De koek wordt niet afgebeten, maar gebroken, en in partjes gegeten. Laat de honing in de mond smelten, zodat alle aroma's vrij komen.


Er zijn twee versies, koeken waarin volgens de traditie alleen honing wordt gebruikt en koeken waarin zowel honing als suiker wordt gebruikt, genoemd naar de bedenker ervan, Jean François Rins, de Couques de Rins. Hoewel de koeken het hele jaar door verkrijgbaar zijn, worden ze vooral rond de Sinterklaastijd verkocht.

Bron tekst: www.ourfood.nl 

1924 - Sinterklaas en Piet op weg naar Reuver

Omschrijving: Baer, zoals hij in zijn woonplaats Reuver werd aangesproken, was eigenaar van de Electrische Koek- en Beschuitbakkerij H. Teunissen-Smit. Zijn Erica-peperkoek was beroemd in Nederland en de Overzeesche Rijksdelen. De bakker gebruikte enkel en alleen Gegarandeerd zuivere inlandsche bijenhoning voor zijn peperkoek. In de aanloop naar Sinterklaas was de auto met het kenteken P2992 een rijdend reclamebord. Een aantal gouden letters is niet leesbaar, maar de volledige tekst luidt: Grootste leverancier van St. Nicolaas van speculatie en koek de Dinant

Bron foto - tekst: Klik hier (limburgsmuseum.wordpres.com)