Zwart maken van het gezicht / Zwarte Klazen

Zwarte Klaas 

Zwart maken van het gezicht

In Europa (lichte huidskleur) was het zwartmaken van het gezicht met roet heel handig om jezelf te camoufleren en dat was vooral ´s nachts handig, De mensen hoefden alleen hun hand door de houtskool van een gedoofd vuur te halen. Dit zwartmaken heeft zijn plaats gekregen in de tradities van de verschillende feesten en begeleiders van Sinterklaas. Dit is het zwart dat we nog altijd kunnen herkennen in Zwarte Piet. Het donker en licht dat weergegeven wordt in Sinterklaas en Zwarte Piet heeft te maken met de midwinterzonnewende.

Voor oude bronnen omtrent de zwarte maskerade, betrekking hebbend naar Nederland klik hier

Zwarte Klazen / Zwarte Klaas

Tijdens de Reformatie kreeg het Sinterklaasfeest het moeilijk. Protestantse dominees hadden moeite met het ‘roomse’ geloof aan heiligen en probeerden ook de wereldlijke elementen van het feest af te schaffen, zoals bijvoorbeeld de populaire sinterklaasmarkten. Maar ook de Zwarte duivels ging hen te ver. Het Sinterklaasfeest veranderde er door van karakter. Het werd een huiselijk familiefeest, met cadeautjes voor de kinderen, die ook toen door de schoorsteen in de schoentjes van de kinderen belandden. Het onzichtbare nachtelijke bezoek nam een grote plaats in. Het feest bleef echter populair en men bleef het vieren als een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid. In deze tijd vermengde de populaire zwarte figuur zich met de figuur van de heilige en zijn de ons overgeleverde Zwarte Klazen ontstaan, veelal gespeeld door opgeschoten jongvolk. Zowel de katholieken als de protestanten bleven het feest in huiselijke sfeer vieren. Soms werd een Zwarte Klaas aan de jonge kinderen getoond wat de spanning verhoogde. Er kwamen sinterklaasliedjes, die buitengewoon geliefd waren en heel lang onveranderd zijn gebleven.

De Zwarte Klazen kwamen na de Godsdienstvrijheid weer terug als aparte figuren, zoals zij dat voor de reformatie ook waren. Pas in de loop van de negentiende eeuw kreeg Sinterklaas zijn status als bisschop terug. De donkere begeleider keerde niet terug als de duivel, maar in menselijke gedaante.

Vermenging van Sint Nicolaas en zijn begeleider, klik hier

1900 – De Zwarte Sinterklaas van de Veluwe, klik hier

1792

“Gijs de Kleermaker.    Mannen, wat hadden wij op Sinterklaas-avond een pret! het was een klucht, om te zien, hoe bang mijne jongens waren, ha! ik moet er nog om lagchen, als ik er om denk; mijn wijf zelve, schoon zij van de vonk wist, zou wel in een hoek gekropen hebben, zoo had ik mij toegetakeld, met lappen en vodden van allerhande kleuren, mijn bakhuis had ik zwart gemaakt, en ik rammelde zoo verschrikkelijk met de ketting, dat het huis er van daverde; met een holle stem vraagde ik, of er ook stoute jongens waren? dat ik Sinter Klaas was, die nu reed, om naar jongens te zoeken, die niet wilden leeren, maar die, voor zoete kinderen, appelen, noten, kastanjes, en Sinterklaasgoed had. De kinderen kroopen in een hoek,…”

“Josef.    Ik weet het, dat dit gebruik vrij algemeen is, dat men op Sinterklaas-avond de kinderen bang maakt, of zo men te verstandig is, om dit te doen, evenwel maakt men de kinderen wijst, dat Sinterklaas dien nacht rijdt, en hun dat gebak brengt, het welk zij hier of daar vinden. Maar hoe algemeen dit gebruik is, het is verstrekt af te keuren.

“Jurriën.   Ja dat weten wij wel, wij gebruiken hem ook maar voor een bullebak.”

Gedicht uit 1802

“Mijne ouders meenden hem te temmen, wanneer zij, op St. Nikolaas, eenen zwarten man op hem afzonden.

Ferdinand: Wat meent gij daar mede?

Helm. Men had, voor tijden, en heeft nog wel hier en daar, de kwade gewoonte, dat men, op den dag, die aan eenen roomschen Heiligen, St. Nikolaas genaamd, gewijd is, kerels verkleedde en zwart maakte, die dan dien Heiligen moesten verbeelden, met rammelende kettingen aan de huizen rond gingen en de kinderen bang maakten. Den zoeten kinderen gooiden zij lekkers toe, en sloegen vaak de stoute jongens, welken zij ook eene bragten.”       

Ferdinant: “Dat is leelijk. Mijne ouders hebben dit nooit gedaan. En uw broeder?”                                                         Helm: “Men maakte hem wijs, dat St. Nikolaas, hem mede nemen zou. Toen hij nu dien zwarten kerel zag, werd hij zoo bang, dat hij, over zijn gansche lijf, beefde.””

1829 - De Nederlandsche kindervriend : in gedichtjes voor de welopgevoede jeugd

Bron afbeeldingen: www.catawiki.nl  

1871 - Beschreef Ter Gouw 

bijvoorbeeld het bestaan van Zwarte Klazen: ”Gingen te Amsterdam de ‘Zwarte Klazen’, onder groot rumoer, en met schoorsteenkettingen een afgrijselijke muziek op de straatkeijen makende; de buurten rond, om op deuren en vensters te bonzen en met een bullebaksstem te roepen: ‘Synder ook quaje kyeren?’  Bron klik hier

1881 - illustratie uit het boekje: De Orgelspeler

Recent is ook een Zwarte Klaas ontdekt die nog beschreven en getekend wordt in het boekje De Orgelspeler van F.H. van leent.

Overige foto's uit het boekje: De Orgelspeler

Sint Nicolaasviering Friesland in vroegere tijden

Het was met name in de Friese en Hollandse kuststreken gebruikelijk dat iemand met een schapenvacht om en een ruige muts op, met een rammelende ketting, bonzend op deuren en vensters en met een bullebakstem riep: ’zijn er ook stoute kinderen’. Soms waren de gezichten van de Sinterklazen zwartgemaakt en droegen ze horens op het hoofd. (Gehele artikel over de viering in Friesland klik hier)

Zwarte Klazen in Dokkum en Franeker

Veluwsche Santerkloaskeerl

Ge moet al weer dezen Veluwschen Santerkloas niet getabberd en gemijterd voorstellen als een waardige bisschopsfiguur. Laat ik u hem voorstellen met de woorden van een geboren en getogen Wessinger boer —Gait Mulder is zijn naam — die Sinterklaas mij als volgt beschreef: „Veur boord had hij groote wissen vlas an de bek eplakt, een heele ouwe, greune van ouwerdom en verdeukte hooge hoed op, soms een brille op, groote waanten an de haanen, en een matzak onder den naarm. Bie wieze van stok hat hij een korte deele-bezem onder den naarm. Een heele ouwe jas (die meestal van een bevriende „meister" eleend warren) en klompleersen an. 't Was wel geen waordige uutbeeldinge van de goeie Sint, veural as hij ook nog achter onder de jas uut een start had van uutgereefeld touw en hum bovendien zwart emaakt had mit potsmet." Bij de uitrusting van Sinterklaas behoorde altijd een rammelende peerdenbongel en meestal een mand vol echte dampende „peerdeviegen, zoo warm oet den oven", waarmee hij verschillende buiten gezette klompen „zegende". Het is ook van beteekenis, dat deze Sinterklaas zich met „potsmet" d.i. met roetenketelaanslag het gezicht heeft zwart gemaakt, zoödat we hier een zoogenaamde zwarte klaas zien optreden, waarvan ook in 17de eeuwsche stukken herhaaldelijk melding wordt gemaakt. Lees hier het gehele artikel!

Bullebak

Er zijn diverse bronnen waarin de (zwarte) Sinterklaas als de bullebak wordt aangeduid.

De naam Bullebak werd gebruikt voor boze geesten en duivels en wordt al genoemd in de opsomming waarin ook Zwarte Piet staat uit 1766. Het betekent bulderend gezicht. Hij was vaak mismaakt en zwart (zie deze bron uit 1708) Kinderen werden bang gemaakt voor deze watergeest die kinderen die niet oppasten en naar hun ouders luisterden mee het water introk.

Meer info. klik hier